Als je op zoek bent naar een hond zul je steeds meer zien dat er bekende hondenrassen gekruist worden: je hebt bijvoorbeeld de Corgipoo (Poedel en Corgi), de Schnoodle (Schauser en poedel) en Pomsky (Pomeriaan en Husky). Zo zijn er nog meer kruisingen op te noemen. De Goldendoodle is een dergelijke kruising. Dit ras is een kruising van een Golden Retriever met een poedel. Deze honden hebben de beste eigenschappen van beide ouders: ze zijn loyaal en intelligent net als de poedels en ze zijn zacht en liefdevol als de Golden Retriever. Deze karaktertrekken maakt het mogelijk de Goldendoodle goed te trainen en maakt het tot zeer speelse beestjes. In dit artikel staat de Goldendoodle centraal en zul je een aantal interessante zaken leren over dit zachtaardige hondje.
Ontstaan van de Goldendoodle
De Goldendoodle werd al jaren geleden voor het eerst gefokt. In 1969 werd het beestje ontdekt en gebruikt als geleidehond. In de jaren negentig werd het ras pas echt populair onder de hondenfokkers. Er bestond in Australië en Amerika een ware hype voor ‘doodle‘ honden waarbij de Labradoodle en de Goldendoodle het populairste werden.
De Goldendoodle wordt anno 2022 nog niet erkend door de Raad van Beheer of andere internationale ras clubs. Er zijn echter veel lokale clubs opgericht om ervoor te zorgen dat gezonde Goldendoodles gefokt blijven worden op een verantwoordelijke wijze.
De ideale gezinshond tot je dienst
Door zijn gunstige karaktertrekken van loyaliteit en zachtaardigheid is een Goldendoodle prima geschikt om in een gezin te houden. Ze zijn betrouwbaar in de buurt van kinderen en volwassenen en vinden het geweldig om geknuffeld te worden en aandacht te krijgen (mits goed gesocialiseerd uiteraard!). Ze hebben kortom een sociaal en afhankelijk karakter. De Goldendoodle is een allemansvriend: niet alleen wil hij graag aandacht van mensen, maar ook met andere honden kan hij door een deur. Rennen en spelen met het baasje of andere honden in het park is een van zijn favoriete bezigheden. Doordat ze tevens gemakkelijk getraind kunnen worden, kun je dit type hond ook gemakkelijk aanschaffen wanneer je nog weinig ervaring met honden hebt.
Weg met die allergieën
Er zijn wel wat mensen die allergisch zijn voor katten- of hondenharen. Het is dan natuurlijk geen feest om een hond in huis te nemen, ofschoon je het heel graag zou willen. Dat dilemma is nu ook verleden tijd, want een Goldendoodle verhaart niet of bijna niet. Hierdoor verliezen ze minder huidschilfers dan honden die dit wel doen. Uit de ervaring van specialisten blijkt dat zelfs mensen met een zware dierenallergie een F1b Goldendoodle in huis kunnen hebben zonder dat er allergische reacties ontstaan.
Wat houdt F1b in?
Wanneer je een nieuwe hond gaat kopen, zul je vaker termen zien als F1, F2, F1b en dergelijken. De F in deze term staat voor de Engelse term filial, wat inhoudt dat je hond een kruising is in plaats van een puur ras. Alle Goldendoodle zullen dus een F dragen, aangezien het kruisingen zijn van de pure rassen Golden Retrievers en poedels. De nummers achter de F geven de generatie aan. Staat er dus een 1, dan heb je een puppy gekozen uit de eerste generatie nakomelingen van poedels en Golden Retrievers. De letter b achter het getal 1 staat voor backcross. Dit houdt in dat je een Goldendoodle kruist met een 100% Golden Retriever of een 100% poedel. Meestal wordt dit gedaan met een 100% poedel, omdat je zo in de puppy’s ervoor zorgt dat deze minder verharen. De pups hebben dan een verhouding van 75% poedel en 25% Golden Retriever.
Wat is F1?
Je hebt twee soorten Goldendoodles als het ware. Ten eerste, de hierboven besproken F1b honden, die perfect geschikt zijn voor mensen die allergisch zijn voor huisdieren. De F1b Goldendoodles verharen immers weinig tot bijna niet. De tweede soort van dit ras is de F1 hond. Dit is de eerste generatie honden na de kruising van een 100% Golden Retriever met een 100% poedel. De verhoudingen zijn dus 50% poedel en 50% Golden Retriever in deze puppy’s. Een F1 Goldendoodle heeft qua uiterlijk een vacht met lossere krullen dan zijn F1b tegenhanger. Ook kan een F1 hond groter worden dan zijn broertjes of zusjes.
De grootte van de Goldendoodle
Aangezien een Golden Retriever een grote hond is en een poedel een wat kleinere hond, vraag je je nu vast af hoe groot de Goldendoodles worden. De grootte van de puppy’s wordt door de hondenfokkers veelal ingeschat, want het blijkt lastig om precies te voorspellen hoe groot de honden kunnen worden. Er is een verschil waarneembaar tussen de F1 en F1b honden, waarbij eerstgenoemde groter uitvalt dan de tweede categorie. De Goldendoodle kun je eigenlijk in drie formaten kopen: mini, small en large. De mini heeft een afmeting van dertien tot twintig centimeter in hoogte en kan zeven tot zestien kilogram wegen. De small Goldendoodle heeft een grootte die ligt tussen de 43 en 50 centimeter. Het gewicht varieert tussen de 18 en 23 kilo. De large Goldendoodle heeft een grootte van 50 á 60 centimeter en weegt tussen de 23 en 35 kilo. Zo’n grootte hond heeft per dag flink wat hondenvoer nodig, gelukkig koop je dat tegenwoordig makkelijk online.
Vacht type en verzorging
Naast de grootte van de Goldendoodle kun je ook kiezen voor bepaalde vachttypes bij je hondje. De vacht van dit ras kan variëren van zacht golvend tot strak krullend. De vacht is afhankelijk van of de puppy’s meer poedel of Golden Retriever genen mee hebben gekregen in de genen. De Goldendoodles variëren dientengevolge ook in de kleur vacht afhankelijk van de vader en moeder. De meeste Goldendoodles volgen de kleurvariatie van de Golden Retriever, waardoor je exemplaren hebt van crème kleurige vachten en abrikooskleurige vachten. Toch kunnen er ook zwarte Goldendoodles voorkomen. Ook verschillende vachtpatronen zijn mogelijk. Omdat een vacht nauwelijks verhaart, hoef je deze weinig te onderhouden. Soms eens trimmen en regelmatig borstelen is al meer dan genoeg.
Erfelijke ziektes bij de Goldendoodle
Soms hoor je wel eens dat mensen een hond gekocht hebben om er vervolgens achter te komen dat het ras last heeft van bepaalde hondenziektes. Ondanks dat de Goldendoodle geen rashond is heeft ook dit ras last van erfelijke ziektes. Ze hebben deze overgenomen van de Golden Retriever en de Poedel. Vooral de ziekte van Addison, cataract (oogaandoening) en heupdysplasie komen vaak voor. Het blijft dus belangrijk dat je jouw puppy koopt bij een verantwoorde hondenfokker.