De labradoodle is niet meer weg te denken van de uitlaatvelden en bossen, maar wist je dat dit hondenras (officieel is het geen ras, maar daarover later meer) pas sinds 1988 bestaat! Deze kruising tussen een labrador en een poedel heeft het beste van twee werelden: het sociale karakter van de Labrador en de hypoallergene vacht van de Poedel. Niet zo gek dus dat de Labradoodle in korte tijd zeer populair is geworden. Lees hier 12 weetjes over deze ‘designer’ hond.
Het is geen rashond
Er is een instantie, het FCI, die bijhoudt welke rassen er zijn en welke honden er tot die rassen behoren. Deze instantie heeft de Labradoodle niet in zijn lijst staan. Dit betekent dat iedereen vrij is om zijn kruising een Labradoodle te noemen.
Ontstaan in 1988
De Australische fokker Wally Conror besloot in 1988 een Labrador Retriever te kruisen met een standaard poedel. Het doel? Een hulphond voor mensen met een allergie voor honden. Poedels hebben een hypoallergene vacht en de Labrador is zeer sociaal, loyaal en zeer goed te trainen.
Soms wel, soms niet hyopallergeen
Het is belangrijk om direct te vermelden dat de Labradoodle ten onrechte als hypoallergeen wordt beschouwd. Bij een Labradoodle komen de helft van de genen van een labrador en de andere helft van de Poedel. Het is dus een mengelmoes van deze twee rassen, waardoor er absoluut niet met zekerheid gezegd worden dat de vacht hypoallergeen is, zoals bij de poedel wel het geval is! Dit geldt voor alle doodle varianten. Wel zal een Labradoodle minder verharen dan veel andere hondenrassen.
Ze komen in verschillende groottes
De labradoodle kent geen ras-standaard, er zijn dan ook vele variaties van de Labradoodle. Zo is de Poedel er in drie verschillende groottes, miniatuur, medium en standaard, welk type er wordt gebruikt, is uiteraard zeer bepalend voor de grote van de Labradoodle.
Ook de kleur varieert
Ook de kleur staat niet vast, ze komen voor van crèmekleur tot chocolade, rood, zwart, zilver of een mix. En de kleur kan nog veranderen als de hond ouder wordt, zelfs tot op driejarige leeftijd.
En de vacht staat ook niet vast
En hetzelfde geldt voor de vacht, deze kan krullende zijn als bij een poedel, maar ook plat als bij een labrador, of eigenlijk alles er tussenin. En dat geldt dus ook voor de hoeveelheid haar die hij kan verliezen.
Je moet ze kammen
Er zijn fokkers die zeggen dat je ze om de 6 weken naar de trimsalon moet brengen. Deze honden gaan dus vaker naar de kapper dan jij! Thuis zul je ze ook moeten kammen, dit heeft alles te maken met het dikke golvende vacht. Deze is gevoelig voor knopen en klitten en moet dus goed onderhouden worden.
Ze zijn goed te trainen
Zowel de labrador als de poedel zijn zeer goed trainbare hondenrassen. Het zal dus niet verbazen dat dit ook geldt voor de Labradoodle. Dit gaat natuurlijk niet vanzelf. Ze reageren vooral goed op positieve training. Focus op gedrag dat je wilt zien in plaats van gedrag dat je niet wilt zien.
Ze hebben beweging en uitdaging nodig
Je kunt trainen wat je wilt, maar als je dit type hond niet genoeg beweging geeft kan hij uit verveling alsnog probleemgedrag vertonen. Daag je hond ook uit, dus niet iedere dag hetzelfde rondje, of even een balletje gooien, maar neem je hond mee naar verschillende plekken en speel leuke spelletjes: speuren, gehoorzaamheid, jacht, of intelligentiespellen bijvoorbeeld.
Ze zijn gek op zwemmen
Ook hier geldt weer dat beide ouders gek zijn op water, en de Labradoodle vindt zwemmen dan ook heerlijk (uiteraard zijn er uitzonderingen).
Redelijk gezond ras
De labradoodle bestaat nog maar 30 jaar dus over de gezondheid is nog niet alles bekend, maar over het algemeen is het een gezond ras. Er zijn wel risico’s: net als bij de Labrador hebben ze een verhoogde kans op heup- en elleboogdysplasie. Ze worden gemiddeld tussen de 12 en 14 jaar oud.
Ze zijn duur
Voor een labradoodle pup wordt tussen de 1.200 en 1.700 euro gevraagd. Dit is duurder dan veel rashonden en zeker duurder dan een niet-rashond. Hoe komt het dat labradoodles zo duur zijn? Dit heeft uiteraard te maken met het label ‘hypoallergene’ hond. Maar ook omdat het een nieuw ras is en er nog weinig mee gefokt wordt, het is dus een exclusief ras. Er zijn zelfs fokkers die dit kunstmatig in stand houden door in het contract op te nemen dat de koper verplicht is de pup te steriliseren / castreren. Zo houden ze een monopolie op het ras. Dit gaat in tegen de integriteit van de hond, die is wettelijk beschermd. Koop je pup dan ook niet bij deze fokkers!
De australian –
Er bestaan twee lijnen die voortkomen uit de labradoodle, namelijk de australian labradoodle en de australian cobberdog. Het direct kruisen van een labrador en een poedel gaf niet de perfecte hulphond met de vacht waar naar gezocht werd. Dus werden de nakomelingen onderling gekruist en andere rassen ingemengd, om tot ‘het ideaalbeeld’ te komen. Wat de ideale hond precies is verschilt per persoon. Hierdoor zijn de twee stromingen ontstaan. De australian cobberdog probeert raserkenning te krijgen, eerst in het land van oorsprong en als dat lukt ook door het FCI.
2 reacties
De Labradoodle is zeer makkelijk te trainen is zeer intelligent. Ze zijn erg intuitief, maar kunnen ook zeer energiek zijn. Deze hond wordt steeds zeer populair in de gemiddelde woonomgeving. Van de Labradoodle wordt gezegd dat ze zeer intelligent zijn dankzij de karaktereigenschappen van zowel de Labrador als de Poedel. .
Het is en blijft een bastaard